Wie is verantwoordelijk voor de bestrijding van antisemitisme?

Bertien Minco had wat mij betreft helemaal gelijk met haar kritiek op het plan dat Eddo Verdoner, voorzitter van het CJO, de nieuwe Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding zou worden (‘Eddo, doe het niet!’, De Vrijdagavond, 7 maart 2021). Het maakt het CJO verantwoordelijk voor overheidsbeleid dat het juist kritisch zou moeten volgen. En door Joden zélf verantwoordelijk te maken voor de bestrijding van antisemitisme ontstaat de ongelukkige indruk dat antisemitisme toch vooral een zaak van Joden is, waar anderen zich minder zorgen over hoeven te maken. Daarmee wordt een geschiedenis bevestigd die Joden in Nederland en elders al vaker heeft opgebroken: een geschiedenis van een ‘aparte natie’, die zijn eigen boontjes moet doppen, en als het er op aan komt niets – weinig goeds, veel onheil – te verwachten heeft van de gojse samenleving.

Maar er zit volgens mij nog een andere bezwaarlijke kant aan het idee dat antisemitismebestrijding in de eerste plaats op Joodse schouders drukt. Dat is de suggestie dat antisemitisme als aparte kwestie moet worden beschouwd, die los staat van andere vormen van discriminatie, en derhalve alleen joden aangaat. Dat lijkt me een gevaarlijke misvatting. Het antisemitisme is het product van een ideologie waarin op allerlei manieren een keiharde grens tussen bevolkingsgroepen wordt getrokken, en de zuiverheid van het eigen volk bewaakt moet worden tegen de inmenging van vreemden.

vreemde natie

Joden zijn als minderheid in een christelijke wereld al lange tijd als vreemde natie beschouwd. Maar sinds de opkomst van het etnonationalisme aan het einde van de negentiende eeuw, en de grootschalige etnische zuivering van de Europese samenleving die naast Joden nog talloze andere groepen – Armeniërs, Turken, Grieken, Polen, Krim-Tataren, Oekraïners, Volksduitsers, om maar te zwijgen van gekoloniseerde groepen elders in de wereld – heeft getroffen, is het antisemitisme een vast bestanddeel van een breder uitwaaierend rabiaat en moorddadig nationalisme. Het is als ideologie terug te vinden in de ultranationalistische regeringen in Hongarije en Polen, onder Trumpaanhangers en bij leden van Alternative für Deutschland.

Het hoeft geen verbazing te wekken dat dit gedachtengoed ook opduikt bij de neofascisten van eigen bodem. Als iets Nederlandse Joden zorgen zou moeten baren, dan is het dat Baudet’s Forum zo lang al als interessante sparringpartner van zogenaamd fatsoenlijker rechts heeft weten op te treden – alsof racisme en antisemitisme ook maar een mening is, waartegenover je ‘met alle respect’ een andere mening kan plaatsen.

coalities

Om hiertegen in het geweer te komen, zou de bestrijding van antisemitisme in de context van een andere Joodse geschiedenis geplaatst moeten worden. Dat is de geschiedenis van Joodse messianisme, waarin de bevrijding van de Joden uiteindelijk de bevrijding van allen belooft. In die geschiedenis gaat het erom coalities te zoeken met andere gediscrimineerde groepen. Het is de geschiedenis van de Joodse arbeidersbeweging, van de samenwerking van Joden met African-Americans in de National Association for the Advancement of Colored People en met zwarte Zuid-Afrikanen in het African National Congress. Het is verzet van Joden tegen het Duitse nazisme en tegen de junta in Argentinië. Het zou de solidariteit van Joden moeten zijn in een gezamenlijke strijd tegen de discriminatie van moslims, van Turken en Marokkanen, van mensen van kleur in de huidige Nederlandse samenleving.

Dat is een lastige geschiedenis en een ingewikkelde opgave. In de samenwerking met communisten, met zwarte activisten, met moslims, zijn Joden vaak gestuit op het antisemitisme dat in die kringen leefde en nog steeds leeft. Vaak strandde die samenwerking op onderling wantrouwen en wederzijdse verkettering. Maar als het gaat om de bestrijding van onrecht, moet je het niet alleen van je vrienden hebben: je moet steun vinden bij mensen die samen willen leven met anderen, zelfs als die hen verder niet zo aanstaan. Alleen dan wordt antisemitismebestrijding een zaak die niet alleen onze Joodse vrienden, maar iedereen aangaat.

Over Ido De Haan 1 Artikel
Ido de Haan is hoogleraar politieke geschiedenis aan de Universiteit Utrecht. Hij schreef onder andere Na de ondergang. De herinnering aan de Jodenvervolging in Nederland 1945-1995 (SDU 1997) en publiceert met enige regelmaat over onderwerpen die voor Joden van belang zijn.

1 Comment

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*