Virtuele Rabbijn of Poeriemgrap?

beeldmerk Joodse Vernieuwing in NL

Joodse Vernieuwing

in Nederland

25 anekdotes naar aanleiding van
25 jaar Beit Ha’Chidush

‘Virtuele rabbijn voor Amsterdams sjoeltje’, luidde de kop in dagblad Trouw. Het was maart 1996 en de nieuwe joodse gemeente Beit Ha’Chidush kon niemand vinden om de droosje te geven. 

Even op internet kijken was er niet bij in de prehistorie van het digitale tijdperk. Gelukkig had ik wel al het emailadres van een rabbijn in Los Angeles. Ik vroeg haar ‘please can you fax me your drasha for tonight’? 

Lisa Edwards, zo heette deze rabbijn – vrouwen als rabbijn waren toen al heel gewoon in de Amerikaanse Reformwereld – wilde graag haar Amsterdamse zustergemeente helpen. In spanning wachtte ik of de Torah-lezing van de week (drasha in het Hebreeuws, droosje op z’n jiddisj) op tijd zou arriveren voor onze vrijdagavonddienst, want het tijdsverschil met LA is groot. Ze lopen daar negen uur achter. Om de tijd te breken, schreef ik een persbericht en zond het de wereld in met die vreemde woordcombinatie virtueel en rabbijn. 

De woorden klonken gelijktijdig vertrouwd en vervreemdend. Maar het werkte. Trouw pakte het op en introduceerde zo het nieuwe sjoeltje. Een nieuwe joodse gemeente in wording twee maanden eerder brutaal begonnen in een zijzaaltje van de Rode Hoed op de Amsterdamse Keizersgracht. Vertrouwd met de traditie en toch anders, het zou het kenmerk worden van Beit Ha’Chidush (voortaan BHC). 

Toen ik een maand later een bestuurder van de NIHS tegenkwam in het onvolprezen joodse café Naches* zei hij onbedaarlijk te hebben gelachen om die poeriemgrap in Trouw. Hoe leuk hij het bericht ook vond, dit was grote onzin, een virtuele rabbijn… 

Ik wist wel dat een woord dat toentertijd alleen door nerds werd gebruikt, gekoppeld aan iets oer-traditioneels een heel rare combinatie was. Maar het was vooral een beetje stout. Want rabbijnen waren het domein van de bestaande joodse gemeenten verenigd in drie koepels, de NIK/NIHS, PIG en LJG**. Verder waren er geen rabbijnen in Nederland, behalve wellicht een verdwaalde expat die tijdelijk in het land verbleef. Kortom, de orthodoxe bestuurder wist zeker dat dit een Poerimgrap was, zo precies vallend op de vastendag voor het Poeriemfeest. 

BHC bestond pas twee maanden en het was ongehoord dat er een joodse gemeente kon bestaan buiten het synagogale twee-stromenland van liberaal en orthodox. Het was vijftig jaar na de oorlog gewoonweg ondenkbaar. Men was blij dat het bestaande nog bestond…  

Achteraf gezien was dit wellicht de grootste bijdrage aan joodse vernieuwing: het bestaan alleen al van de nieuwe gemeente BHC brak het landschap open. Na een paar jaar zouden meer joodse gemeenten opbloeien die het voorbeeld volgden van de onafhankelijkheid van BHC.  

Op andere gebieden werd er ook wat opengebroken door BHC. Zoals het zelf leiden van diensten door leden, in plaats van alles over te laten aan de professionals, rabbijnen en voorzangers. En de sjoel zelf was een informele plek rond een piano. Al gauw zaten en stonden ruim vijftig mensen overal in het zaaltje. De oneg, de borrel na de dienst, werd een gezellig gesjmous dat al snel de vervanging werd van het opgeheven Naches. 

Echt revolutionair was dat we zelf bepaalden wie erbij hoorde, wie diensten leidden en wie welkom was als bezoeker. En dat laatste was iedereen. De deur stond letterlijk open elke eerste vrijdagavond van de maand. 

Omdat BHC goede internationale contacten had (daarover een volgende keer meer) kon deze nieuwe loot in Joods NL opbloeien en een voorbeeld worden. Waardoor het gesloten karakter van de joodse gemeenschap die ik in de jaren tachtig leerde kennen, een stuk opener werd. 


*Naches was een initiatief van JMW (Joods Maatschappelijk Werk) en bestond de eerste helft van de jaren negentig.

**NIK (Nederlands Israëlitisch Kerkgenootschap) is de koepel van de traditionele joodse gemeentes in Nederland. NIHS (Nederlands Israëlitische Hoofdsynagoge) staat voor de gezamenlijke traditionele joodse gemeentes in Amsterdam en omgeving (met name Amstelveen). PIG staat voor Portugees-Israelitische Gemeente. LJG voor de Liberaal Joodse Gemeenten.

Over Bloom 158 Artikelen
Achter Bloom gaat Wanda F Bloemgarten schuil. Socioloog en wetenschapsjournalist, onder meer Elsevier Science Publishers. Voor het NIW ontwikkelde zij de academische rubriek Periodica Judaica. Liefhebber van swingende diensten, actuele kunst en minimal music. Lid van NIHS/Amos en twee tennisclubs. Mede-oprichter en eindredacteur van De Vrijdagavond.

4 Comments

  1. Fantastisch verhaal over een nog niet zo lang verleden Andere Tijd. Terwijl opschudding en vernieuwing nog steeds nodig zijn.

  2. Ja die kop in Trouw trok zeker veel aandacht! Raak geformuleerd.
    En kijk nu hoe ‘gewoon’ virtuele sjoeldiensten zijn. Je was je tijd ver vooruit.

  3. In jouw woorden van destijds was ‘iedereen welkom met een joodse achtergrond’.
    En dat was weer gekoppeld aan wat JMW daaronder verstond.

    Het woord ‘iedereen’ heeft nogal eens voor misverstanden gezorgd.

    En visionair was je altijd!

  4. Iedereen was welkom bij de vrijdagavonddiensten, de deur stond open. Overigens is ‘iedereen’ in de regel welkom bij alle joodse gemeentes…
    Wat bijzonder was, BHC kondigde de diensten aan in het openbaar en al snel op eigen website en nodigde expliciet mensen uit een keer langs te komen.
    Dat ‘iedereen’ niet lid kan worden van een joodse gemeente, dat begreep niet iedereen… Het raakt aan de complexe wisselwerking tussen religie, etniciteit en vervolgde minderheid.
    Blijf deze serie volgen, een aantal verhalen gaan over deze uitdagingen.
    De Vrijdagavond, voor alle wezenlijke zaken!

1 Trackback / Pingback

  1. Frum of Vrij of Allebei, navigeren door de religieuze tijdgeest

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd.


*