door Maria Cuartas
Sinds enige weken heb ik het boek ‘The Kabbalah Coloring Book’ in huis. Het is gemaakt door de Amerikaanse/ Israëlische kunstenaar en kabbalist David Friedman. Hij woont en werkt in de Noord Israëlische stad Tsfat, bakermat van de kabbalah.
Wie ooit in Tsfat is geweest, kent de betovering die de bezoeker ten deel valt door de onwaarschijnlijke mix van kunst, anarchistische vrijheid, spiritualiteit en orthodox jodendom die het stadje doordesemd. De hoeveelheid synagoges en sjoels in alle hoeken en gaten van de Oude Stad is overweldigend – maar dat geldt ook voor de kunstateliers in alle maten en soorten, gericht op zowel commercie en toerisme, als op kunst en spiritualiteit.
Wat in Tsfat meteen opvalt is de alomtegenwoordigheid van de kleur blauw. Niet zomaar een blauw, maar het blauw dat het midden houdt tussen cyaanblauw en turquoise. Muren, ramen, deuren, balustrades, kozijnen, stoelen en bankjes, van huizen, instellingen en synagoges, ja zelfs grafstenen van hele vrome Joden, zijn in deze kleur uitgevoerd.
Het verbaasde me dan ook geenszins dat David Friedman’s ‘The Kabbalah Coloring Book’ aanvangt met een in te kleuren plaat van de Abuhav Synagoge in Tsfat.
De blauwe kleur spat af van het interieur van deze synagoge. Het inkleuren van deze plaat was een ware zen-ervaring die mij aanzette tot het mijmeren over de betekenis van kleur, in het bijzonder de kleur blauw.
Blauw is de kleur van de lucht en de zee. Blauw ademt stabiliteit en vertrouwen uit. Sommige kabbalisten noemen daarom blauw God’s kleur. In vele Mediterrane culturen geldt blauw als de kleur die beschermt tegen het Boze Oog – wellicht is dit bij sommige Joden in Israël ook het geval? Ik weet het niet. Blauw heeft in het jodendom wel iets te maken met vroomheid en heiligheid en de krachten die daarvan uit gaan – zelfs als de heilige (meestal een man, geen vrouw) dood is. De grafstenen van de vroomste tsadikkiem op de begraafplaats van Tsfat zijn met verf blauw gemaakt.
Blauw zijn ook de stenen van de aaneengeregen kralensnoeren op het Caribische eiland Sint Eustatius. Deze kralen, ook ‘slave-beads’ genoemd, kwamen met de Nederlandse West Indische Compagnie op het eiland. Ze deden in de slavernij tijd (1650-1863) dienst als betaalmiddel oftewel ’trade-beads’ tussen de tot slaaf gemaakten.
In haar prachtige documentaire ‘Nieuw Licht -het Rijksmuseum en de Slavernij’ (https://www.npostart.nl/2doc/15-02-2021/VPWON_1307640) vertelt Ida Does dit voor mij nog niet bekende verhaal, en laar ze zien dat deze blauwe stenen ook symbool stonden voor de onderdrukking van de tot slaaf gemaakten. Bij de proclamatie van 1 juli 1863 die de slavernij in het Koninkrijk der Nederlanden afschafte, smeten de voormalige slaven de kralen in zee met de kreet: Free! Free!
Tot op de dag van vandaag spoelen de blauwe stenen aan op het strand van Sint Eustatius.
Nu worden de blauwe stenen verwoed verzameld. Vooral voor de nazaten van de tot slaaf gemaakten hebben de blauwe stenen een positieve lading gekregen en staan ze nu voor kracht, uithoudingsvermogen, trots en verbondenheid met de voorouders.
Kan niet wachten tot het Rijksmuseum open gaat zodat ik de blauwe stenen in het echt kan zien.
En dan beste Maria is er natuurlijk nog iets… Je kent ze wel de tsitsit, de schouwdraden die wij dagelijks dragen. Daarover vertelt de Tora dat daar ook een purperblauwe draad aan toegevoegd moet worden. Waarom die diep-blauwe kleur? “Het blauw van de schouwdraden doe denken aan de zee, het blauw van de zee aan de hemel en de hemel aan Zijn G’ddelijke troon.” Dit is het verbindende van het blauw. De grondstof voor de blauwe verf werd in Talmoedtijden verkregen uit een heel slakje, de Chalazon. In de loop van de diaspora raakten we de overlevering kwijt welk slakje het moest zijn. Dus deden we het eeuwen zonder de blauwe draad. Maar in de 19e eeuw werd de oorsprong van de Techelet, het blauw van het slakje (of visje?) door de Radziner rebbe, Rabbi Gershon Henoch Leiner herontdekt. En zo kwam de blauwe draad in ieder geval bij sommigen weer terug in de schouwdraden…