Gisteren werd onze oudste dochter Rebecca 22. In het kader van een (overigens indrukwekkende en zeer leesbare) serie interviews van 21 mensen van 21 jaar in coronatijd vertelt zij over haar leven als “lone soldier“. Een oudste kind is bijzonder. De Tora staat, als boek waarin rebellie zeer gewaardeerd wordt, vol met oudste kinderen die weliswaar het eerstgeboorterecht hebben, maar daar in veel gevallen uiteindelijk niet de waardering voor krijgen die hen van nature toekomt.
Dat eerstgeborenen een bijzondere status hebben, hangt samen met het feit dat als een eerstgeborene het levenslicht ziet, de ouders als het ware óók geboren worden, maar dan in hun rol van ouder. Met de eerstgeborene maak je alles voor het eerst mee. Onze oudste werd, 10 jaar geleden alweer bat mitswa; Jitro was haar parasja.
Toen Rebecca een jaar of 4 was, zat ze eens bij me voor op de fiets. Onderweg legde ik haar de beginselen van de verkeersregels uit. Op een gegeven moment stonden we braaf voor een stoplicht te wachten tot het op groen zou springen, toen een man ons inhaalde. “Pappa!”, riep Rebecca verontwaardigd, “Die mijnheer fietst op rood!”.
Ik geloof dat het de Groot-Hertoginnelaan was. De man keek om zich heen, zich zeer bewust van het feit dat hij door zijn overtreding extra gevaar liep. Remmend en fietsend, maar met meer stresshormonen dan wij, brave wachtenden, kwam hij misschien vier seconden eerder aan dan wij.
Toen ik ruim 10 jaar geleden moest nadenken over de Aseret Hadibrot, de 10 geboden, die in deze parasja voorkomen, moest ik aan dit incident denken.
Het laatste gebod luidt:
U zult het huis van uw naaste niet begeren; gij zult de vrouw van uw naaste, zijn dienstknecht, zijn dienstmaagd, zijn os, zijn ezel, noch iets dat van uw naaste is, begeren.
Je kan je afvragen wat hier nou zo slecht aan is. Als de vrouw, de knecht, de schoonmaakster en de huisdieren van je buurman mooi zijn, en je wil zelf ook zo iets, kan dat je toch aanzetten tot meer ambitie? Zolang je van zijn spullen afblijft, doe je toch niet kwaads?
Het kan leiden tot toch zo gewaardeerde rebellie. Waarom zou je je aan zo’n malle wet moeten houden?
Het antwoord is: jaloezie is, juist omdat het zo’n oer-menselijke drift is, begrijpelijk. Maar het is niet alleen begrijpelijk: het is ook nog eens giftig. Want als je jaloers bent, ben je nooit tevreden.
En als je zo naar de 10 geboden gaat kijken, en je realiseert dat ze oer-menselijke driften proberen te beteugelen, die als je ze niet beteugelt, wellicht tot bevrediging van behoeften leiden, maar niet tot grotere vreugde, worden ze opeens begrijpelijker. Net als dat rode stoplicht voor die man die ons inhaalde.
Natuurlijk willen we allemaal wel eens iemand vermoorden, iets hebben wat niet van ons is, met een ander naar bed, onkuisheid begeren of alleen maar doorwerken. Maar het maakt ons geen gelukkiger mens.
De tien geboden zijn, zeker als je ze van 10 naar 1 leest, veel eerder gericht op het veroorzaken van spirituele rust, dan als wetten waar je je aan moet houden omdat anders Iemand boos wordt. En zo worden niet alleen de laatsten van de tien geboden begrijpelijk en relevant, maar ook de eerdere.
Dat is wat ik leerde van het incident voor het rode licht. Het overtreden van regels kan onrust en ongeluk bij jezelf veroorzaken.
Sjabbat sjalom
Geef als eerste een reactie