*
Kijk, die boom!
Hoe de wind kroelt door zijn takken
en zijn bladeren kust.Daar in ’t park
plukt mijn schoonheid zich een appel,
lacht haar tanden bloot.Hmm, mocht ik een keer die boom zijn
en mijn lief de wind!
Ooit plukt zij mij als een appel,
blozend mooi.Ach, wanneer breekt toch de dag aan
en zeg ik het haar:
“Kom, mijn lief, kom nu maar dwalen
in mijn tuin . . . .”
*
Dit is een tamelijk vrije vertaling, bedoeld om het te kunnen zingen op die prachtige melodie van Joseph Hadar. Het lieflijke eindrijm van het Hebreeuwse origineel heb ik helaas niet mee kunnen nemen. Vergeet dus niet op de YouTube link te clicken.
Het leuke van dit gedicht, van Moshe Dor, is dat het “lyrisch ik” niet verraadt of hij een man is of zij een vrouw. Dat is heel moeilijk in het Hebreeuws, dat volgens mijn leraar Yaniv Hagbi een “seksistische taal” is. Zodra je zegt dat je iets doet, geef je je eigen gender al weg. Zo zijn er vier manieren om te zeggen: “Ik hou van jou.”
- ani ohev otach – ik hou van jou (een man van een vrouw)
- ani ohev otcha – ik hou van jou (een man van een man)
- ani ohevet otcha – ik hou van jou (een vrouw van een man)
- ani ohevet otach – ik hou van jou (een vrouw van een vrouw)
De truc is zorgvuldig elk werkwoord in de eerste persoon tegenwoordige tijd te vermijden en jezelf niet in zelfstandige of bijvoeglijke naamwoorden te hullen. Niets doen, alleen verlangen. En de blik van de lezer richten op het voorwerp van je verlangen.
Toen Moshe Dor het schreef, was hij wellicht die stille aanbidder. Wanneer Yehudith Ravitz het zingt is zij het: de man op de cover van het nummer is namelijk haar broer. Haar geliefde is een vrouw.
Geef als eerste een reactie