Soms is alles met elkaar verbonden…
Nog even over die doos die onder het stof in de berging van mijn moeder stond. In alle enveloppen, zakjes en sigarenkistjes vol foto’s, kaartjes en brieven, is geen systeem te bekennen. Alles ligt door elkaar, kiekjes uit de jaren ’20, ’70 en ’90, brieven van vrienden en familie, ansichtkaartjes, geboortekaartjes, doosjes punaises, oude knopen en onderduikbrieven. Er zijn veel foto’s met onbekende mensen erop, waar niets achterop staat geschreven. Mijn corona-avonden breng ik door met kijken, lezen, nadenken, nog een keer kijken en proberen iets dat lijkt op een archief aan te leggen. Het is vervullend werk dat goed past bij het rouwen om het verlies van mijn moeder én bij deze naar binnen gerichte periode.
Behalve de foto van de twee onbekende jongens, waarover ik mijn eerste stukje schreef was er ook eentje van twee bruidsmeisjes. Hier stond wel iets achterop. ‘Anneke en Beppie bij de bruiloft van Miep Peper en Sally Cohen.’ Sally Cohen was een gekende naam uit Groningen. Ik sprak erover met Ron van Hasselt, een collega-schrijver en iemand met behoorlijke ervaring als spitter in archieven, die zijn kennis graag met me deelt. Bovendien zijn we, zoals vaker in de mediene het geval is, ook nog ergens in de verte familie van elkaar.
We hadden het over Sally Cohen. De Sally die wij kenden was getrouwd met tante Bol. Sally en Bol. Ron noemde nog hun zoon Arjé, die directeur was geweest bij Beth Joles in Haifa, een plek waar veel joodse Groningers hun oude dag doorbrachten. Ik vroeg Ron om hulp bij de speurtocht. Ik had al wel een andere Salomon Cohen gevonden die inderdaad getrouwd was met een dame Peper. Zou dat het bruidspaar zijn geweest? Maar ik kon de connectie met mijn ouders niet vinden.
Dit gesprek voerden we afgelopen vrijdag.
Op zaterdagavond begon Ron te speuren en deelde alle stappen met me via de mail. Hij belande snel bij Anneke en Beppie in Amsterdam Oost. Natuurlijk, dat moesten ze zijn. Toch twijfelde ik. Anneke en Beppie waren gewone namen in de jaren ‘30. Er waren er vast meer. Vlak voordat ik die avond in slaap viel, had ik een paar gedachten, die achteraf bleken te kloppen. Het fotootje leek op de foto’s van de Bergstichting qua formaat (heel klein). De Sally en Miep die ik had gevonden woonden in Amersfoort. Misschien werkten ze in de Bergstichting in Laren? Dat was daar niet zover vandaan… De belangrijkste vraag bleef door mijn hoofd spoken: waarom zat deze foto bij de spullen van mijn moeder?
Op zondagochtend deed ik een enorme hoeveelheid boodschappen bij een bekende grootgrutter. Op de heenweg had ik alweer een mail van Ron. Hij had beet. Die deur waar de meisjes voor stonden. We hadden er al over gemijmerd. Het was een voorname deur. Er zat een mageen David-achtige ster op in reliëf. Zou het een sjoel zijn? We bestudeerden online deuren van sjoels, maar vonden niets dat erop leek. Het bleek de deur van de oude Bergstichting te zijn. Bingo. Dan waren het vast meisjes, die mijn moeder had gekend in haar jeugd, want ze woonde er niet alleen ná de oorlog, ook vóór de oorlog ging ze er wel eens spelen.
Op de terugweg weer had ik alweer een mail van Ron. Hij had een goudmijn aangeboord. De Bergstichting bracht elke twee weken een blad uit; de Judeeër, en in het nummer van november ’33 stond een uitvoerige beschrijving van de bruiloft van hun twee personeelsleden Miep Peper en Sally Cohen. ‘De choepoh stond onder leiding van rabbijn de Vries.’ Het stukje eindigde met ‘Anneke en Beppie waren strooistertjes, een verkleinde uitgave van de bruid, terwijl twee nichtjes bruidsmeisjes waren.’
Eenmaal thuisgekomen opende ik mijn laptop om met eigen ogen de vondsten te bestuderen. Er bleek een reactie te zijn binnengekomen op mijn eerste stukje op de Vrijdagavond, waarin ik me afvroeg wie die twee onbekende jongens toch waren.
‘Het jongetje dat gedragen wordt ben ik; Arjé Cohen, geboren in Groningen. Mijn ouders waren Sally en Bol Cohen en ik heb je ouders vrij goed gekend.’
Het duizelde me. De ene Sally Cohen, was de andere niet, maar nu zitten ze toch ineens heel dicht bij elkaar in mijn stukjes.
Groningen, de Bergstichting, mijn vader, mijn moeder, die doos vol foto’s, de joodse wereld, het world wide web…Wat was en is iedereen en alles toch met elkaar verbonden!
Dan nu nog maar eens twee vragen de wereld in.
Ron van Hasselt vond twee namen in het blad van de Bergstichting. Beppie Coster en Anneke (of Antje) Turfreyer (of Turfreijer, Turfrijer). Zouden dat ze zijn of zijn geweest, onze Anneke en Beppie van deze foto?
En waarom hadden ze blote armen bij een bruiloft eind november?
mijn interesse is direct gewekt bij het lezen van de voor mij zo bekende naam: Beppie de Vries. door je verhaal heen en door de foto zie ik al gauw dat het niet ‘mijn’ Beppie is. hoe bijzonder dat er wel lijnen liggen tussen jouw en mijn zoektocht. mijn moeder is ook Beppie de Vries, groeide op in Groningen. haar vader is van Joodse afkomst en kiest er voor om zijn gezin achter te laten en naar Amsterdam te vertrekken. Daar heeft hij een relatie met zijn nicht Serah. mijn moeder Beppie is al op vijfjarige leeftijd wees. Haar vader heeft ze, voor zover ik weet, nog 1 x getroffen. In juli ’43 wordt hij samen met zijn Serah en twee dochters vermoord in Sobibor. hun zoon Benjamin is pas in april ’44 vertrokken vanuit Westerbork naar Theresienstadt. waarom ik je dit schrijf… gewoon een behoefte om na jouw ‘delen’ ook mijn Beppie de Vries te delen… shalom,