De doos stond in de berging, onder een dikke laag stof. Ik opende ‘m en wist het meteen.
Dit is de doos waar het allemaal om gaat.
Na het overlijden van mijn moeder Stelly afgelopen oktober zijn we snel gestart met het opruimen van haar flat. Talloze spullen, papieren en foto’s gaan door onze handen en worden verdeeld. Ik maak verhuisdozen waarop ik schrijf; familiearchief, nog uitzoeken, maar mis foto’s. Waar zijn ze? De boekjes met huwelijksfoto’s van mijn ouders, de foto’s van mijn vader in zijn Zwitserse tijd en die van de drie zusjes Ricardo in de soeka. Het zijn foto’s die ik als kind vaak bekeek op het zoldertje, zo noemden we de inloopkast op de eerste verdieping van het huis, waar de geheime schatten werden bewaard; de foto’s van voor de oorlog en enkele documenten, zoals het paspoort van grootvader.
Ik neem de doos mee naar huis en stel het openen nog even uit. Ben ik er klaar voor?
Op een dag is het zover en maak ik ‘m open. Hij zit vol met mapjes, enveloppen met foto’s, brieven en kaarten, een sigarendoos met dingetjes, kaartjes en nog meer foto’s, van onduidelijke vakantiekiekjes van ons gezin (we staan er vaak half op, mijn moeder was geen groot fotograaf) tot en met piepkleine exemplaren in zwart wit waarop mensen te zien zijn die ik niet ken.
Ik kan het nu niemand meer vragen.
Daarom deel ik er hier één, misschien dat iemand de kinderen herkent.
BS ’46 staat er achterop. BS staat voor de Bergstichting, het Joodse weeshuis in Laren waar mijn moeder als wees naartoe trok na de bevrijding. Ze kende de directeur, Jan Reitsema, die haar welkom heette en zei: ”kind, kom maar hier, dan ben je ons oudste oorlogspleegkind (ze was 19) en ons jongste personeelslid.” Ze bleef er maar liefst vijf jaar. Ze hielp mee met het zorgen voor de oorlogswezen die terugkeerden uit kamp en onderduik. Vanuit daar deed ze een opleiding en in 1950 ging ze op aliya.
Vijf jaar is een lange tijd. Ik stelde wel vragen. Hoe leefde je dan? Hoe kwam je aan geld om naar school te gaan? Ze had eigenlijk geen idee meer. “Ik geloof dat er beurzen waren geregeld”, zei ze en keek me daarbij peinzend aan.
‘Onbekende jongens Bergstichting’ noem ik deze foto als ik ‘m digitaliseer en opsla in een mapje op mijn computer. Wie zijn deze jongens? Zouden het broertjes zijn? Wat hebben ze allemaal meegemaakt? Waarom heeft mama deze foto al die jaren bewaard? Is er iemand die deze jongens herkent en die ik er een plezier mee doe?
Het jongetje dat gedragen wordt ben ik: Arje Cohen, geboren in Groningen. Mijn ouders waren Sally en Bol Cohen en ik heb je ouders vrij goed gekend. De jongen die mij draagt ken ik niet.
Mijn ouders, mijn zus Ruth wonen in Israel (ik sinds 1967). Ik was 18 jaar directeur van Beth Joles het Nedrlandse bejaardencentrum in Haifa en ben daar sinds 4 jaar bewoner.
Vriendelijke groeten’
Arje
Hello Arje
It is Fie Hulsker – Asselbergs writing you from Canada. I would like to get in touch with you.
My email is fie@hulsker.ca
Phone is 1-403-271-2445
Dag Arje, ik ben Rein van der Wiel en onderzoek de autobiofrafietjes die m’n joodse jongens schreven voor het Amsterdams Studenten Corps. Rob Heiden Heimer komt in 1 van de stukken uitgebreid voor. Leeft hij nog? En zo ja, zou je hem willen vragen contact met mij op te willen nemen? Mijn e-mailadres is reinwiel@gmail.com. dank je zeer!
Wat ontzettend leuk! Ik ga je mailen en je krijgt het fotootje van me.
Ontroerend
Met groot verdriet vernomen dat Arje Cohen overleden is. Jaren lang bezocht ik Beth Joles in Haifa, waar Arje mij altijd gratis gastvrijheid bood. Jammer dat deze mooie bijzondere man er niet meer is.